Visie

Bron: GOUD, Potentieelontwikkeling voor mensen en de organisaties waar zij werken, Anje-Marijcke van Boxtel & Aveline Dijkman, m.m.v. Sander Trooster, Uitgeverij Thema, 2015.

Wanneer het om leren en ontwikkelen gaat, zijn we vaak gewend om ons te richten op de ‘last’, op het aanpakken en wegnemen van belemmeringen. Vanuit het idee dat door de drempel weg te nemen of te verlagen, bijvoorbeeld door het veranderen van denk- en gedragspatronen, mensen in beweging komen. En dat werkt vaak ook.

Maar er is ook een andere manier die vaak sneller werkt, duurzamer is en veel plezieriger! In plaats van de aandacht primair te richten op de drempel, op belemmeringen, focus je op je potentieel. Wat wil je werkelijk, waar zit je verlangen, je ambitie, je talent? Wat kun je wél? En vooral: wat vind je echt belangrijk, wat zijn jouw waarden? Uit veel onderzoek in de positieve psychologie weten we dat dát de motor voor verandering is. En als je je kompasnaald daarop richt, komt er een enorme kracht vrij!

Deze visie op leren en ontwikkelen is door Anje-Marijcke van Boxtel vertaalt naar de Kompasvisie. De visuele weergave daarvan zie je hier links.

Lees de samenvatting van de Kompasvisie uit het boek 'GOUD'

Onze VUCA-wereld vraagt dat we (psychologisch) fit zijn om nieuwe uitdagingen aan te kunnen. Dat we ons potentieel maximaal benutten en eigen keuzes kunnen maken. Een hoog psychologisch kapitaal (PsyCap) samen met energiebronnen in de omgeving helpt om bevlogen, tevreden en effectief te zijn. De vier elementen van PsyCap – zelfeffectiviteit, optimisme, hoop en veerkracht – zijn de persoonlijke hulpbronnen waar we dan uit kunnen putten. En hoe groter die hulpbronnen, hoe beter we ook de energiebronnen in de omgeving kunnen aanboren.

Toch hebben we vaak de neiging om op safe te spelen en verandering als een bedreiging te zien. Deze reactieve mindset is soms nuttig. Om ons optimaal te kunnen ontwikkelen en ons volle potentieel te kunnen benutten, is echter een creatieve mindset nodig met een focus op ambitie, op wie we willen zijn, gebaseerd op waarden. Daarbij ben je dus niet primair gericht op het bijspijkeren van zwaktes of het veranderen van belemmerende gedachtepatronen.

Volgens de Basic Needs Theory, onderdeel van de Self-Determination Theory, is ons gevoel van voldoening en intrinsieke motivatie om te groeien direct gerelateerd aan de mate waarin we zelf onze waarden leven en daarmee onze basisbehoeften vervullen. Dit ‘leven van je waarden’ vereist krachtige keuzes die genomen kunnen worden wanneer de ambitie belangrijk genoeg gemaakt is doordat hij ‘geladen’ is met de intrinsieke motivatie van waarden. Wanneer we dit trekkend perspectief beeldend maken en we het in het hier en nu voelen, activeert dat onze spiegelneuronen en kunnen we gemakkelijk herkennen of we op de goede weg zijn.

Door een stip op de horizon te definiëren, verankerd in waarden, kunnen we krachtige keuzes maken en krijgen we gemakkelijker toegang tot onze (al dan niet latente) talenten. Door die talenten uit te bouwen in vaardigheden, kennis en ervaring ontwikkel je ze tot ‘strengths’. Deze focus op talenten is gebaseerd op de sterkepuntenbenadering die stelt dat het versterken van talenten leidt tot verhoogd welzijn en (extrarol-)prestaties. De talenten die zo aan de ambitie gekoppeld zijn, worden dus versneld ontwikkeld. Wanneer je deze vervolgens in concrete stappen vertaalt richting je ambitie, zorgt dat voor positieve feedback. De Broaden-and-Build Theory beschrijft hoe we door die positieve beleving nog meer openstaan voor groei en onze fysieke, psychologische, sociale en intellectuele hulpbronnen verder opbouwen, waardoor we opnieuw positieve emoties ervaren en verder groeien.

De positieve emoties die we met ieder stapje richting onze ambitie genereren, dragen ook bij aan ons psychologisch kapitaal. Ons zelfvertrouwen groeit, net als ons optimisme, onze hoop en onze veerkracht. Deze opwaartse spiraal draagt bij aan een promotiefocus waarmee onze blik nog meer op groei en ontwikkeling wordt gericht. Bovendien helpen positieve emoties ook om de negatieve emoties, die vaak gepaard gaan met verandering, te verduren. We laten ons er dan niet meer zo gemakkelijk door leiden.

Bij het nieuwe gedrag dat volgt uit de krachtige keuze, komen we vaak ook onze belemmeringen (opnieuw) tegen. Deze gewoontepatronen zijn meestal niet effectief meer, maar domineren (ook fysiek in onze hersenen) vaak nog ons gevoel en gedrag. Ze belemmeren onze psychologische flexibiliteit en potentieelontwikkeling. Om uit deze oude patronen te raken, moeten we ze eerst herkennen op het moment dat ze opspelen, bijvoorbeeld met behulp van de Rationele Effectiviteitstraining. Want het herkennen van onze patronen maakt het mogelijk andere keuzes te maken. Belangrijk daarbij is dat we de belemmerende patronen ook erkennen en zelfcompassie tonen. De Acceptance and Commitment Therapy werkt aan onze psychologische flexibiliteit door te focussen op acceptatie van de patronen en tegelijk op ander, effectief gedrag. Mindfulness helpt ons bij de oorspronkelijke waarneming te blijven zonder het automatische patroon in te schieten.

Met het herkennen en erkennen van de belemmering creëren we ruimte om ons opnieuw te verbinden met ons potentieel en het gewenste gedrag te laten zien.

Dat gedrag staat overigens niet op zichzelf, maar is altijd geplaatst in een (sociale) context. Het Job Demands-Resources model beschrijft welke stressoren en energiebronnen in die context een negatief en welke een positief effect hebben op onze bevlogenheid, afhankelijk van hoe we ze beleven. Vanuit een versterkt potentieel zijn we beter in staat die context te beïnvloeden. Door de focus op de energiebronnen te zetten en die actief te vergroten, optimaliseren we de context. Stressoren ervaren we dan als minder stressvol en het vliegwieleffect van groei en ontwikkeling wordt versterkt.

In de context helpen zogenaamde Communities of Practice ons om nieuw gedrag te ontwikkelen tot effectief handelen in de praktijk. Om waarden en ambities af te stemmen op die van de organisatie en talenten gericht in te zetten. Op die manier wordt er optimaal gebruikgemaakt van het aanwezige potentieel.

Dat gaat nog niet vanzelf. We zullen ons steeds opnieuw moeten verbinden met ons potentieel en moeten blijven focussen op wat voor ons werkelijk belangrijk is. In dit continue leerproces laat Brain-based learning zien dat er iedere keer als we iets nieuws doen nieuwe hersenverbindingen aangelegd worden die de oude vervangen. Door daarbij ook gebruik te maken van al aanwezige talenten, wordt leren niet alleen duurzamer en sneller, maar ook leuker.

Bron: GOUD, Potentieelontwikkeling voor mensen en de organisaties waar zij werken, Anje-Marijcke van Boxtel & Aveline Dijkman, m.m.v. Sander Trooster, Uitgeverij Thema, 2015.